117 research outputs found

    Interpretation of surface water monitoring results in the authorisation procedure of plant protection products in the Netherlands

    Get PDF
    As part of the ‘Surface Waters Decision Tree’ project a new authorisation procedure for plant protection products (PPPs) has been developed. The feedback of monitoring results in the authorisation procedure consists of 3 main steps: 1. Identification and ranking of problematic substances 2. Analysis of plausible causes 3. Feedback procedure In this report, a methodology for all three steps is describe

    Atmosferische depositie van gewasbeschermingsmiddelen : een verkenning van de literatuur verschenen na 2003

    Get PDF
    In deze verkenning wordt een inventarisatie gegeven van literatuur over atmosferische depositie die na 2003 is verschenen. Er wordt getracht inzicht te krijgen in hoeverre er sprake is van een kwantitatief verband tussen het landbouwkundig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en hun depositie op middenlange afstand, en of atmosferische depositie van belang is voor risico’s voor waterleven (en indien mogelijk: bodemleven) in natuurgebieden. Een groot deel van de studies is uitgevoerd in Canada en de Verenigde Staten van Amerika, maar ook in Aziatische landen werd in deze periode onderzoek naar atmosferische depositie verricht. Binnen Europa blijken vooral in Duitsland en Frankrijk groepen actief. Er werden slechts drie rapportages gevonden die metingen in Nederland beschrijven

    Geostatistische opschaling van concentraties van gewasbeschermingsmiddelen in het Nederlandse oppervlaktewater

    Get PDF
    Metingen van concentraties van gewasbeschermingsmiddelen in het Nederlandse oppervlaktewater worden met een geostatistische methode opgeschaald naar landelijke waarden. De methode maakt gebruik van ruimte-tijd regressie-kriging, waarbij zowel informatie in de metingen zelf als in landsdekkende kaarten van gecorreleerde omgevingsvariabelen wordt benut. De methode berekent eveneens de onzekerheid in de opgeschaalde waarde zodat ook de statistische significantie van temporele trends in landelijke waarden kan worden bepaald. Toepassing van de methode op metribuzin en carbendazim voor de periode 1997-2006 geeft plausibele resultaten die voor metribuzin in alle jaren rond 12 ng/liter liggen en voor carbendazim een dalende trend van 170 ng/liter in 1997 naar 100 ng/liter in 2006 laat zien. De methode is bewerkelijk en stelt hoge eisen aan de beschikbaarheid van data. Belangrijke aandachtspunten voor toekomstig onderzoek zijn statistische validatie van modeluitkomsten, analyse van de gevoeligheid van het model voor gemaakte aannames en de verbeterde verwerking van metingen beneden de kwantificeringslimiet. Trefwoorden: gewasbeschermingsmiddelen, kriging, milieu, regressie, statistische modellering, trend, waterkwalitei

    Niet-landbouwkundig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen : schatting van terreintypen en verbruik voor de eindevaluatie van de Nota duurzame gewasbescherming

    Get PDF
    In 2009 is een onderzoek gedaan naar het verbruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden buiten de landbouw. Deze cijfers zijn bedoeld om in een latere fase de relatieve bijdrage van het niet-landbouwkundig verbruik van middelen aan de waterkwaliteit in te kunnen schatten. Areaalcijfers voor de typen grondgebruik en categorieën objecten werden verzameld uit diverse bodem- en grondgebruikstatistieken. De volgende vormen van grondgebruik zijn onderscheiden: wegen, waterwegen, defensieterreinen, spoorwegen, bedrijfsterreinen, agrarische bedrijfsterreinen, woningen, landgoederen, volkstuinen, tuincentra, bos en natuur, openbaar groen, recreatie, sportterreinen. Het totale verbruik in 2008 werd geschat op 245 ton actieve stof toegepast op in totaal 1,7 miljoen ha. Dit komt overeen met een gebruik van 0,14 kg werkzame stof per ha. Ten opzichte van 1998 was het geschatte verbruik in 2008 licht gedaald (-3%) terwijl het areaal licht toegenomen (+ 5%) was

    Voorspelling van de fosfaatuitspoeling naar het oppervlaktewater in het stroomgebied van de Schuitenbeek

    Get PDF
    De bruikbaarheid van de fosfaatprocesformulering om op regionale schaal de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater te voorspellen is onderzocht door een validatie uit te voeren voor het stroomgebied van de Schuitenbeek. De gemeten fosfaatvrachten van de beek zijn vergeleken met de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater berekend met het model ANIMO. Het blijkt dat met de huidige fosfaatprocesformulering en bijbehorende procesparameters de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater goed wordt gemodelleerd. Daarom wordt verwacht dat de effecten van bemestingsscenario's op de verandering in de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater goed gemodelleerd kunnen worden

    Onderzoek naar maatregelen ter vermindering van de fosfaatuitspoeling uit landbouwgronden; meting van de fosfaatuitspoeling uit fosfaatverzadigde zandgrond met en zonder hydrologische maatregel

    Get PDF
    Onderzocht is hoe effectief bemestings-, bodemchemische en hydrologische maatregelen zijn voor de reductie van fosfaatuitspoeling. Dit rapport beschrijft bodemgesteldheid, water- en fosfaathuishouding van de meetlocaties en fosfaatvrachten in tussenliggende perceelssloten. Een van de sloten werd direct beonvloed door een hydrologische maatregel. Percelen met een hoge fosfaatverzadigingsgraad hadden een hoge fosfaatbelasting in de sloten. In de sloot met de hydrologische maatregel was de fosfaatconcentratie in de afvoer 62% lager dan in de niet-beonvloede sloten. In het diepe drainwater zijn de fosfaatconcentraties relatief laag. Gedeeltelijke aanpassing van de hydrologische maatregel kan de reductie waarschijnlijk vergroten

    Onderzoek naar maatregelen ter vermindering van de fosfaatuitspoeling uit landbouwgronden; eindrapport

    Get PDF
    Het effect van maatregelen om de fosfaatuitspoeling naar het oppervlaktewater te verminderen is onderzocht in het laboratorium, in het veld en met modellen. De maatregelen waren fosfaatvrije bemesting (bemestingsmaatregel), vastlegging van de overmaatfosfaat in de bodem door een fosfaatbindend materiaal (bodemchemische maatregel) en wijziging van de waterstroming in de bodem zodat nauwelijks ondiepe grondwaterafvoer plaatsvindt (hydrologische maatregel). De hydrologische maatregel heeft de grootste effectiviteit, de bodemchemische maatregel een wat lagere en de bemestingsmaatregel de laagste. De bodemchemische maatregel is het duurst. De bemestings- en bodemchemische maatregel zijn flexibeler toepasbaar

    Interpretation of surface water monitoring results in the authorisation procedure of plant protection products in the Netherlands

    Get PDF
    As part of the ‘Surface Waters Decision Tree’ project a new authorisation procedure for plant protection products (PPPs) has been developed. One element is a procedure for feedback of monitoring data to the authorisation holder and the PPP authorisation authority. This report describes the methodology to be adopted for this procedure. The feedback of monitoring results in the authorisation procedure consists of 3 main steps: 1. Identification and ranking of problematic substances 2. Causal analysis and composition of an Emission Reduction Plan (ERP) 3. Feedback procedure In this report, a methodology for all three steps is described. For the causal analysis within step 2, a more detailed protocol has been developed, based on realistic test cases. The format of the ERP is not defined by the Monitoring working group and therefore no part of this report. The procedure is applicable to active ingredients and metabolites of PPP, not to biocides, pharmaceuticals and (chemical) substances with other types of use

    Flexible Working Memory Through Selective Gating and Attentional Tagging

    Get PDF
    Working memory is essential: it serves to guide intelligent behavior of humans and nonhuman primates when task-relevant stimuli are no longer present to the senses. Moreover, complex tasks often require that multiple working memory representations can be flexibly and independently maintained, prioritized, and updated according to changing task demands. Thus far, neural network models of working memory have been unable to offer an integrative account of how such control mechanisms can be acquired in a biologically plausible manner. Here, we present WorkMATe, a neural network architecture that models cognitive control over working memory content and learns the appropriate control operations needed to solve complex working memory tasks. Key components of the model include a gated memory circuit that is controlled by internal actions, encoding sensory information through untrained connections, and a neural circuit that matches sensory inputs to memory content. The network is trained by means of a biologically plausible reinforcement learning rule that relies on attentional feedback and reward prediction errors to guide synaptic updates. We demonstrate that the model successfully acquires policies to solve classical working memory tasks, such as delayed recognition and delayed pro-saccade/anti-saccade tasks. In addition, the model solves much more complex tasks, including the hierarchical 12-AX task or the ABAB ordered recognition task, both of which demand an agent to independently store and updated multiple items separately in memory. Furthermore, the control strategies that the model acquires for these tasks subsequently generalize to new task contexts with novel stimuli, thus bringing symbolic production rule qualities to a neural network architecture. As such, WorkMATe provides a new solution for the neural implementation of flexible memory control

    Onderzoek naar maatregelen ter vermindering van de fosfaatuitspoeling uit landbouwgronden; ontwikkeling en toepassing van een- en tweedimensionale modellen

    Get PDF
    Met modellen is het effect onderzocht van bemestings-, bodemchemische en hydrologische maatregelen ter vermindering van de fosfaatuitspoeling uit landbouwgronden. De beschrijving van de abiotische fosfaatreacties in het waterkwaliteitsmodel ANIMO is gekalibreerd en gevalideerd op perceelsschaal. Voor de tweedimensionale hydrologische modellering is het model MOISHE3 gebruikt. De sluitende waterbalansen van de elementen in het tweedimensionale netwerk vormen de hydrologische invoergegevens voor de tweedimensionale fosfaatmodellering. Validaties wijzen uit dat het tweedimensionale model een goed beeld geeft van het effect van de maatregelen op de fosfaatconcentratie in het bodemwater en op de fosfaatuitspoeling naar het oppervlaktewater
    • …
    corecore